Guiseppe Vincenzo Marcolina boert goed als terrazzowerker. Waar in het vooroorlogse ’s-Hertogenbosch gebouwd wordt, daar is Marcolina. Tot op de dag van vandaag siert Vincenzo’s werk panden als Reinier van Arkel, het voormalig ziekenhuis Johannes de Deo aan de Papenhulst – nu de Paap – en het voormalig Paleis van Justitie aan de Sint Jorisstraat. Ook in tal van vooroorlogse woningen is zijn robuuste en duurzame handtekening nog immer zichtbaar. Een rondgang langs markante Bossche gebouwen.
Aan het begin van de 20e eeuw volgen terrazzofamilies als Bearzatto, Coral, Franceschina en Marcolina uit Friuli in het voetspoor van pionier Giovanni Gobescki. Ze noemen zichzelf ‘Terrazzieri’, vrij vertaald grondwerkers. Ze leggen vloeren voor prestigieuze bouwprojecten als de aanleg van vloeren in het Kurhaus, de Passage en het Vredespaleis in Den Haag. En dat valt al snel op.
De terrazzovloer wordt de nieuwe trend, vast onderdeel van het bestek van een klooster, ziekenhuis of ander openbare gebouw. De vloer is decoratief, betaalbaar, functioneel, heel degelijk en vooral hygiënisch. Vincenzo zal het merken. Werkend voor Giovanni Gobescki gaat hij ‘op karwei’ in ’s-Hertogenbosch en werkt rond 1915 onder meer aan terrazzovloeren in het voormalig ziekenhuis Johannes de Deo aan de Papenhulst. Het is zijn eerste Bossche opdracht, het zal niet zijn laatste zijn.



Italiaans katholiek
In 1918 vestigt Vincenzo Marcolina zich in ’s-Hertogenbosch in de Zusters van Orthenpoort. Aanvankelijk vormt hij een VOF met Giovanni Gobescki. De twee namen staan borg voor een snel groeiende klandizie. In het begin van de jaren twintig is Marcolina’s naam wel zo vertrouwd dat Guiseppe Vincenzo Marcolina zelfstandig verder kan.
Hij legt vloeren aan en voorziet de ‘natte ruimten’ van terrazzo-oplossingen bij grote ver(nieuw)bouwprojecten zoals het voormalig ‘Paleis van Justitie’ aan de Zuidwal, het Groot Ziekengasthuis, kloostergebouwen in de Choorstraat en Nemiusstraat. En dan zijn er ook nog de woningbouwverenigingen.
Louis (Italiaans Luigi) Marcolina, een van de twee nog levende zoons van Guiseppe Vincenzo, herinnert zich: ‘Mijn vader had een goede klant aan de kerk. En dat betekende wat in die tijd. De nonnen liepen met hem weg. Vraag me niet hoe dat kwam. Zo vroom was ie niet. Een echte Italiaanse katholiek. Ja zeggen, nee doen. Of… nee zeggen… toch doen. Voor de vorm was ie heel katholiek, maar van binnen…? Maar dat kon niemand zien.’
Voor de Zusters van Liefde
In 1928 en 1929 verrijst aan de Nemiusstraat in de wijk de Muntel het klooster van ‘De zusters van Liefde van Schijndel’. Het is een ontwerp van de architect Hendrik Willem Valk (1886-1973), een traditioneel architect, opgeleid als ambachtsman. Hij heeft een hekel aan moderne materialen zoals beton. Zijn voorkeur gaat uit naar baksteen, hout en bijvoorbeeld terrazzo, eenvoudig, ambachtelijk en decoratief. Valk ontwerpt in de geest van de sierlijke Amsterdamse School. Dat Vincenzo Marcolina terrazzovloeren mocht aanleggen in het klooster met bejaardenpension ligt voor de hand. Hij is in die tijd dé terrazzowerker in ’s-Hertogenbosch, notabene afkomstig uit het land van de paus.
De ‘Zusters van Liefde’ verzorgen ‘ouden van dagen’ in het klooster. Dat wordt in april 2004 opgeheven. In 2010 is het pensionaat verbouwd tot wooneenheden voor jongeren. In 2016 is het complex verbouwd tot kloosterhotel De Soete Moeder.

Amsterdamse School
Marcolina is rond 1930 een gevestigde naam in ’s-Hertogenbosch. De architect die kiest voor grootschalig gebruik van terrazzo komt bijna altijd uit bij Marcolina. Zijn zoon Louis zegt hierover: ‘Pa had ook hele goede contacten met aannemers. Die leidden de architect bijna altijd naar Marcolina.’
Als in de periode 1928-1932 de architecten Jan Vrijman en Theo Klompers de uitbreiding van het Groot Ziekengasthuis in de Nieuwstraat realiseren zorgt Marcolina voor het veelvuldig toegepaste terrazzowerk. Hygiëne, functionaliteit en estethiek moeten met elkaar samengaan. Ook Vrijman en Klompers ontwerpen in de geest van de Amsterdamse School. Marcolina legt heel wat vloeren.
Marcolina legt vloeren, maakt aanrechten en gootstenen en wil zo af en toe ook wel versieren. zijn bedrijf groeit en heeft aan het einde van de jaren dertig meer dan veertig mensen in dienst.
Witte huis
Ook de met sobere middelen werkende architecten van de Nieuwe Zakelijkheid en De Stijl nemen terrazzo op in hun interieurprogramma’s. Een goed voorbeeld daarvan is het ‘Witte Huis’, gelegen aan de Citadellaan. Het is gebouwd naar een ontwerp van de Vughtse architect C. M. Evers. Het is het enige bouwwerk van de Nieuwe zakelijkheid in ‘s-Hertogenbosch. Beton voert doorgaans de boventoon in de veelal kubische bouwmassa’s. Dat kom je ook in het interieur tegen. Maar Evers is gecharmeerd van de authentieke en functionele waarde van terrazzo.
Het ‘Witte Huis’ wordt in 1933 geopend als consultatiebureau in de strijd tegen tuberculose. Daarom kiest men voor een klassieke indeling van behandelkamer, wachtkamer, kantoren en keuken. En in elke ruimte staat hygiëne centraal. Dus komen er terrazzovloeren.
In 1952, tuberculoze is nog steeds een gevreesde volksziekte, wordt het pand gerestaureerd en vergroot. Er komt een tweede behandelunit met volumineuze röntgenapparatuur. En opnieuw legt Marcolina terrazzovloeren aan.


Natte ruimten
En dan de naoorlogse periode: Aanvankelijk gaat de terrazzowerker mee in de vaart van de naoorlogse bouwactiviteiten. ’s-Hertogenbosch bouwt ook volop. Meer dan 200 hectare grasland wordt opgehoogd met zes miljoen m3 zand. Zo ontstaan de Erdveldplas en Zuiderplas. In Deuteren, West, Orthen, Zuid, Graafseweg en Vliert verschijnen éénsgezins- en etagewoningen.
Maar… de terrazzovloer is niet langer vanzelfsprekend. Voorop staan goedkoop en vooral snel bouwen. De (woning)nood is immers hoog. Terrazzo is alleen nog aan zet voor de natte ruimten, zoals in de keuken of in het toilet. Natuurlijk, Marcolina is nog wel een vanzelfsprekende keus voor veel aannemers. Maar het werk neemt drastisch af.
In 1948 nemen vier zonen van Vincenzo Guiseppe het bedrijf van hun vader over. Vincent, Umberto, Louis (Luigi)en Sante voeren het bedrijf aan. Ze werken van de vroege ochtend tot de late avond met ten hoogste vier medewerkers.
Ze zijn nog wel de onbetwiste nummer één in terrazzo. In januari 1954 verschijnt een extra uitgave van de Bouwrevue, tijdschrift voor de bouwwereld. ’s-Hertogenbosch wordt geafficheerd als ‘de groeiende stad’ die aan alle kanten aan de weg timmert. Alles en iedereen die op enigerlei wijze meewerkt aan de stadsuitbreidingen adverteert: aannemers, loodgieters, gasfitters, glazeniers, schilders, stucadoors en één terrazzobedrijf, Marcolina.
Wordt vervolgd …
Ook nieuwsgierig naar deel 1 … klik hier